Burgerschapsonderwijs is hot. Landelijke kranten en andere nieuwsmedia spreken boekdelen. De onderwijsminister, Arie Slob, is ontevreden over de impact van het onderwijs op de samenleving ten aanzien van burgerschapsvorming. Hij wil daar, gesteund door een groot deel van de Tweede Kamer en vele (internationale) onderzoeken, verandering in aanbrengen. Deze verandering moet door nieuwe wetgeving geborgd worden en in de praktijk worden gebracht door Curriculum.nu. In deze voorstellen krijgt het leergebied Burgerschap een nieuwe, prominente plaats.
Voor leraren kan burgerschapsonderwijs een uitdaging zijn. De inzet van jeugliteratuur kan hierbij goede handvatten bieden. Een sterke leescultuur in de klas creëert namelijk kansen voor de brede ontwikkeling van kinderen en hun empatisch vermogen.
Als opstap voor een groot onderzoek naar dit thema is er een verkenning uitgevoerd dat zich richt zich op de vraag: welke voorwaarden voor en kenmerken van onderwijsactiviteiten met jeugdliteratuur (teksten en beelden) kunnen, in de perceptie van leraren en hun leidinggevenden, bijdragen aan de ontwikkeling van empathisch vermogen van kinderen?
Scholen zijn sinds 2006 wettelijk verplicht om aan burgerschapsvorming te werken, de concrete uitwerking hiervan blijkt echter nog steeds onduidelijk. Voor veel scholen is het nu niet duidelijk wat er volgens de wet van leraren wordt verwacht. Het blijkt echter dat scholen te weinig beleid maken waardoor het aanbod van burgerschapsonderwijs, waaronder bijvoorbeeld het aanbieden van betekenisvolle teksten, sterk afhangt van het handelen van de leraar (Inspectie van het Onderwijs, 2018). De scholen missen tevens handvatten om binnen de bestaande curricula het burgerschapsonderwijs merkbaar en zichtbaar te maken.
Dit onderzoek biedt de school inzicht hoe burgerschapsonderwijs in het bestaande curriculum van waarde kan zijn. Daarbij is met het oog op het vermijden van een overladen curriculum gekeken hoe bestaande activiteiten met jeugdliteratuur ingezet kunnen worden binnen de doelstelling van burgerschapsonderwijs.
De grootste les die we uit deze startstudie leren is dat er immense kans is die nu onbenut blijft als het gaat om de inzet van jeugdliteratuur ter bevordering van persoonsvorming en socialisatie. Er is weliswaar aandacht voor activiteiten waarin boeken een rol spelen, zoals de kinderboekenweek, begrijpend lezen en vrij lezen (met de nadruk op het maken van leeskilometers) en er zijn contacten met de bibliotheek waardoor een toereikend leesaanbod mogelijk is. Jeugdliteratuur benutten in literaire gesprekken ten behoeve van burgerschapsvorming is vooralsnog een witte vlek. Bovendien geven nagenoeg alle leraren aan dat ze zelf een te beperkt repertoire hebben om jeugdliteratuur in te zetten bij burgerschapsonderwijs.
In een vervolgonderzoek zullen we experimenteren met zowel professionaliseringsactiviteiten, als concrete onderwijsactiviteiten op dit terrein. Burgerschapsonderwijs en verhalen. De verhalen uit de jeugdliteratuur liggen te wachten om je er als lezer door in vervoering te laten raken.