Gebruik van het Triple-E-model

Door: Frank Coenders, mei 2022

Klimaten (voorbeeld van technologie voor engagement) 
Een leerkracht van groep 8 heeft een Padlet samengesteld met foto’s, websites en live beelden rondom het thema klimaten. Er is van alles te zien van de poolgebieden tot de tropen en van landklimaat tot zeeklimaat. Alles is in de Padlet netjes in kolommen ingedeeld. De leerlingen krijgen in tweetallen onderzoeksvragen mee die de les daarvoor zijn samengesteld door de hele klas. De leraar heeft ze gerubriceerd en er nog vragen aan toegevoegd. De onderzoeksvragen worden beantwoord in de app Seesaw. Daar kunnen de leerlingen schrijven, plaatjes toevoegen en door middel van audio commentaar geven.  

Het doel van de les is dat de leerlingen concrete beelden krijgen bij de verschillende klimaten en door onderzoek en overleg komen tot een aantal kenmerken bij ieder klimaat. 

  • Helpt de technologie leerlingen om zich te richten op de leerdoelen zonder dat ze teveel worden afgeleid door allerlei impulsen binnen de tool? 

  • Jazeker. Dat komt omdat de leraar gekozen heeft voor Padlet zodat alles dat er nodig is daar kan worden gevonden. Padlet is ook telkens het startpunt voor ieder klimaat. De leerlingen weten dat ook alleen die bronnen mogen worden benut. 

  • Motiveert de technologie leerlingen om te starten met het leerproces? 

  • Jazeker. De Padlet is duidelijk en overzichtelijk en door de plaatjes aantrekkelijk en uitnodigend. Seesaw kennen de leerlingen al en ze weten dat ze daar in allerlei vormen verslag kunnen doen van hun onderzoek. 

  • Zorgt de technologie ervoor dat leerlingen zich gedragen als actieve en sociale leerlingen? 

  • Jazeker. De opdracht en de technologie nodigt uit om actief en samen aan de slag te gaan. De onderzoeksvragen zijn richtinggevend, de bronnen binnen bereik en de verwerking is actief doordat er moet worden geschreven, getekend, plaatjes toevoegen en audio fragmenten opnemen. Binnen Seesaw is het resultaat echt het resultaat van het tweetal dat er aan heeft gewerkt. 

 

Breuken (voorbeeld van technologie voor enhancement) 
Een leerkracht in groep 7 gaat aan de slag met het gelijknamig maken van breuken. Hij geeft de leerlingen de opdracht om in tweetallen een screencast te maken waarbij de leerlingen minimaal vijf voorbeelden geven van hoe zij breuken gelijknamig maken. De leerlingen moeten tekenen, schijven en hun tekening toelichten door middel van het inspreken van een voice-over.  

Het doel van de les is dat leerlingen laten zien en horen dat ze het gelijknamig maken van breuken begrijpen en kunnen illustreren aan de hand van concrete voorbeelden. 

  • Helpt technologie leerlingen in het ontwikkelen van een diepgaand begrip van de inhoud? 

  • Jazeker. Deze opdracht geeft leerlingen de gelegenheid om in woord en beeld hun begrip te tonen. Het hardop verwoorden stimuleert de leerlingen om hun gedachte goed en gestructureerd onder woorden te brengen. De tekening is daarbij ondersteunend. Dit is een actieve manier van leren. Mocht het niet direct goed zijn dan biedt de technologie de gelegenheid om het nog eens op te nemen. 

  • Ondersteunt technologie de leerling om concepten en werkwijzen beter te begrijpen? 

  • In zekere zin. Een screencast is niet gemaakt om te differentiëren en leerlingen passend te begeleiden. De technologie leent zich wel heel goed voor het zichtbaar maken van verschillen in begrip. De leerkracht kan daar dan heel gericht op inspelen. 

  • Biedt technologie leerlingen de mogelijkheid om het geleerde te demonstreren op manieren die zonder technologie niet zouden kunnen? 

  • Jazeker. Technologie is hier helpend. Het zorgt ervoor dat leerlingen in kleine groepen tegelijkertijd heel actief bezig zijn met deze opdracht. Traditioneel geeft de leerkracht misschien twee of drie leerlingen een beurt. Nu zijn alle leerlingen actief en daarbij kunnen de opnames worden benut om per leerling een stap verder te zetten.  

 

In gesprek met een schrijver (voorbeeld van technologie voor extension) 
Een leerkracht van groep 8 gaat tijdens de Kinderboekenweek aan de slag met het schrijven van verhalen. Om deze opdracht extra betekenisvol te maken heeft de leerkracht een gesprek geregeld met Jacques Vriens. Hij wil graag dat de leerlingen het boek ‘Tien torens diep’, een boek over vriendschap lezen. Er worden ook delen uit het boek voorgelezen in de klas. De leerlingen bereiden het gesprek voor en formuleren samen vragen over het boek en over het schrijven van verhalen. De ontmoeting met Jacques Vriens gebeurt in Google Meet. Het digibord, een webcam en een microfoon worden daarbij ingezet.  

Het doel van de les is dat de leerlingen echt in gesprek gaan met een echte auteur. Een deel van het gesprek gaat over het gelezen boek (Tien torens diep) en een deel over het schrijven van verhalen. 

  • Creëert technologie kansen en mogelijkheden om buiten een reguliere schooldag te leren? 

  • In zekere mate. Door deze ervaring leren de leerlingen dat er manieren zijn om in contact te komen met experts op een bepaald vakgebied.  

  • Creëert technologie een brug tussen het leren op school en dagelijkse (leer)ervaringen? 

  • Jazeker. Natuurlijk is nog beter om Jacques Vriens uit te nodigen in de klas, maar technologie maakt het wel laagdrempeliger. Voor de gast is het een half uur investering van zijn tijd en voor de leerlingen is het bijna net zo echt als dat de auteur op bezoek zou komen. 

  • Ondersteunt technologie het ontwikkelen van de vaardigheden van de 21e eeuw? 

  • In zekere mate. Het gesprek via Google Meet met Jacques Vriens dwingt leerlingen om vooraf goed na te denken over de vragen die ze gaan stellen. Ze gaan in gesprek met een ‘echte’ auteur en dat vraagt ook iets van hun gesprekstechniek.