In dit project staat de vraag centraal: Wat verbindt kinderen en wat delen ze met elkaar en met de wereld. Het vermoeden hierbij is dat de eenzijdige nadruk op eigenheid, individualiteit en eigen mening de kloof tussen leerlingen eerder vergroot dan verkleint. Kunnen leerlingen vanuit wat zij gemeenschappelijk hebben in hun leef- en belevingswereld anders leren kijken naar de sociale, culturele en levensbeschouwelijke verschillen in de klas en daarbuiten?
Het ontmoetingsonderwijs (in de vorm van een pilot) wordt zo ontworpen dat leerlingen in de school als micro-samenleving elkaars wereld leren kennen vanuit een relationele visie op gemeenschapsvorming (sociale, culturele en levensbeschouwelijke verbondenheid), een visie op identiteitsontwikkeling waarbij leerlingen zichzelf ontdekken als deel van een groter geheel (zowel cultureel, natuurlijk en spiritueel) en waarin leerlingen culturele en religieuze verschillen en leerlingen leren (h)erkennen als kansen tot wederzijdse verrijking.
Leraren ontwerpen het ontmoetingsonderwijs zo dat leerlingen de bonte en veelkleurige wereld in de klas als een netwerk van relaties met elkaar leren ontdekken én waarderen; leerlingen gaan op zoek naar wat mensen in de natuurlijke en culturele werkelijkheid wereldwijd met elkaar en met het grote geheel van leven op aarde verbindt.